maandag, maart 26, 2007


onze auto

Trevor's boot

goe bezig

vis kuisen met Trevor

een van de wrakken

loggerhead turtle

roadstrippers onder water

onze liftende vriend 'Red I'

op de foto met Jonah, Natalie en Pete

Ma 19/3 t.e.m. Zo 25/3: Op bezoek
Vanaan de camping namen we maandagochtend de bus naar het centrum van Brisbane of Brizzy zoals ze dat hier noemen. We wandelden wat rond en regelden wat zaken. Deze week zouden we een auto huren om Pete en Natalie te bezoeken en om verder naar het noorden te rijden naar het Great Barriere reef. Na heel wat vergelijken vonden we uiteindelijk een klein autootje (wel nog altijd veel te duur, maar afgeript werden we zoiezo). Nadat we ons gerief op de camping waren komen inladen, vertrokken we richting Canungra. Omdat we het verkeerd verstaan hadden, reden we eerst een heel stuk naar Caloundra en we kwamen pas `s avonds aan omdat we dit veel te laat beseft hadden;-). Eens aangekomen werden we hartelijk ontvangen door Pete, Natalie en Jonah en de ouders van Natalie: Patrick en Chantal en Pete`s vader Trevor. We mochten al meteen mee aanschuiven voor een BBQ. Het werd een gezellige avond. De volgende morgen maakten we een wandeling door hun groot domein en naar de top van hun berg. Nadien hielpen we nog wat mee met het installeren van enkele ramen. Omdat we slechts een weekje de auto hadden, konden we niet veel langer blijven en in de namiddag namen we al terug afscheid. We reden nog een heel stuk in de richting van Bundaberg. Hier zouden we onze duik regelen naar 1 van de zuidelijkste punten van het rif. Deze boten vertrokken vanuit Agnes Waters en daarvoor moesten we nog 150km noordelijker zijn. Daar aangekomen kregen we te horen dat de boten door storm en laagtij de volgende dagen niet zouden uitvaren. Daar ging ons plan om te gaan duiken naar het grootste rif ter wereld. Dus reden we maar terug naar Bundaberg. We gingen nog wat snorkelen en sliepen op Kellis beach. `s Avonds kregen we wel nog het gezelschap van de plaatselijke jeugd en we dronken nog wat samen. Later kwam de politie nog andere wild kampeerders wegjagen, maar gelukkig hadden ze ons niet gezien. Donderdagvoormiddag bezochten we de Bundaberg rum brouwerij en sloten de rondleiding af met het proeven van enkele van hun eindproducten:-). Nadien zochten we Trevor op, die ondertussen ook al was aangekomen in zijn huis na 5 weken bij Pete en Natalie geholpen te hebben. Hier zouden we de volgende dagen blijven. We mochten al meteen van zijn zelfgestookte drank proeven en het was helemaal niet slecht! In de tuin hadden we een gezellige babbel en maakten we kennis met Smarty, zijn 26 jaar oude Kaketoe. Deze kende heel wat woorden, vooral scheldwoorden dan zoals bullshit en you bastard,... De volgende dag zouden we met Trevor gaan vissen op een meertje en daarvoor gingen we dezelfde avond nog levend aas vangen. Met zijn boot gingen we het meer op en op de eerste plek waar we stopten, had hij al na 1 minuut prijs. Vele vissen volgden en zelfs wij konden moeilijk onze tel bijhouden. We vingen redelijk wat garfish, enkele katvissen en redelijk wat rubbish fish zoals hij het noemde. Het werd een leuke dag. Eens thuisgekomen kuisten en aten we enkele van die visjes samen met frieten (dat was alweer een tijdje geleden). Omdat het een heldere hemel was, haalde hij ook zijn grote telescoop buiten en konden we genieten van het maanlandschap en de ringen rond Saturnus.
Zaterdagmorgen moesten we er alweer om 5 uur uit. We doken naar een artificeel rif zo`n 30 min voor de kust van Bargara. Hier hebben ze enkele boten en vliegtuigen laten zinken als attractie voor duikers en vissers. We waren maar met 2 en dus werden het twee perfecte duiken. We zagen enkele grote Loggerhead turtles, enkele grote Cod fishes en wat pijlstaartroggen. Ook konden we de wrakken van binnen en van buiten uit grondig observeren. Tegen de middag kwamen we terug aan bij Trevor. Na eerst nog wat met zijn zelfgemaakte boomerangs gespeeld te hebben, namen we afscheid. Ons volgend doel was Noosa, een bekende badplaats langs de Sunshine coast en een beetje te vergelijken met het Zuid Franse Nice. Onderweg kwamen we echter weer iemand tegen. Het was 1 van de raarste mensen die we ooit gezien hadden, die langs de weg stond te liften. Omdat we vroeger zelf ook wel regelmatig gelift hadden, besloten we hem mee te nemen. Zijn naam was Greg, een 49 jaar oude Australier, gekleed in een leren rok, een leren jakker vol met opgenaaide zakjes en twee schedels op zijn schouder. Ook zijn wandelstok van 2m en zijn `huis` 4 winkelzakskes vol met brol moesten onze auto in. Met zijn enkele tanden die hij nog had, vertelde hij ons dat hij al verschillende malen Australie was doorgelift. Hij sliep meestal in de bush en leefde van wat hij vond, ook roadkills stonden op zijn menu. Hij geloofde ook dat hij in de tijd van Asterix was geboren en had nog heel wat andere vreemde gedachten... Gierig was hij wel niet, hij legde zelfs bij voor het tanken en hij trakteerde ons een biertje in een marginale pub. Het was al donker toen we in Noosa aankwamen. Hier namen we afscheid van deze vreemde man. Hij voorspelde nog onze toekomst en Jakke mocht nog een geluksbrenger uit zijn rommelzak grabbelen. In Noosa zelf was die avond niet echt veel te zien, alleen vele dure winkels en restaurantjes. Zondagmorgen reden we terug richting Pete en Natalie. We hielpen nog wat mee in hun huis. In de namiddag woonden we een cricketmatch bij en stapten nog even de pub binnen. Maandag namen we dan definitief afscheid (de volgende ontmoeting zal waarschijnlijk terug in Humbeek zijn) en reden terug naar Brisbane, waar we onze huurauto moesten afleveren.

maandag, maart 19, 2007

Nog in adelaide, wachtend op den bus

Voorbijgestoken worden door nen road train


Netteke tegen de vliegen (was wel nodig)

Opaal gaan zoeken in de mijnen

Afzien achteraan in den bus

Redelijk spectaculair


Uluru (Ayers Rock)

Koffiekletske tussen een stelletje kaketoes
Kings Canyon
Kings Canyon

zondag, maart 18, 2007

MAANDAG 12/03/07 t.e.m ZONDAG 18/03/07: OUTBACK
Maandag hebben we een serieus stukje gereden en 's avonds bereikten we Ayers Rock Resort.
Dinsdag stonden we (weer) vroeg op om de zonsopgang aan Uluru te bekijken. Deze gigantische monoliet is het mekka van de Anangu people. De rots vertelt hen over hun schepping, ze leren er over het leven en houden er nog steeds belangrijke rituelen. De zonsopgang was niet echt de moeite. We stonden netjes in rij met 100 andere toeristen om een foto te maken wanneer de rots verkleurde door de ochtendzon. Om 8u kregen we er een rondleiding van een aboriginal-ranger en dat was wel zeer interessant. In het culture centre van het nationaal park leerden we nog meer bij over hun levenswijze. Daarna reden we zo'n 50 km verder naar Kata Tjuta, eveneens een spirituele plaats. Deze rotsformatie bestaat uit meerdere monolieten en is eigenlijk veel indrukwekkender. Na een dagje zweten en vliegen wegkloppen, koelden we af in het zwembad van de camping.
Woensdagochtend reden we terug naar Uluru om er helemaal rond te wandelen. Jelle besloot het zichzelf wat moeilijker te maken en de 10km lange tocht in de hitte zonder water af te leggen. Het lukte hem en als tegenprestatie kreeg hij enkele pintjes. Na de middag reden we richting Kings Canyon, weer 300km in de vlakke zon. We kampeerden er in de bush en kregen een onweer op ons dak. De bliksemschichten en de wind waren spectaculair, de hoeveelheid regen iets minder...
Donderdag vertrokken we voor zonsopgang (wat we ondertussen gewoon zijn) en reden we Watarrka. We maakten een 6km lange wandeling door de canyon en werden beloond met schitterende uitzichten. Daarna moesten we een paar honderd kilometer terugrijden om op de Stuart Highway naar Alice Springs te geraken. Die rit verliep echter niet zoals gepland. Plots stak er een kangoeroe over en het was onmogelijk om hem te ontwijken. Het was een serieze klap, maar het arme beest heeft het er nog redelijk goed vanaf gebracht. Hij huppelde verder de bush in maar viel telkens om. Waarschijnlijk is enkel zijn staart gebroken. Aanrijdingen met wildlife is spijtig genoeg dagelijkse kost in Australie. In zo'n gevallen kan je normaal een hulplijn bellen, maar zonder gsm-ontvangst in de woestijn stonden we machteloos...
200 kilometer verder kwamen we een auto tegen met moterpech en we stopten on te vragen of we konden helpen. Het waren 3 aboriginals (en ze hadden nog wat gedronken ook). Die kunnen meestal op weinig begrip rekenen van de blanken. We gaven ze een fles water en reden 80 km (een peulschil in Australie) extra om een bus olie te halen voor hun automatische versnellingsbak. Het was donker eer we aan onze wortelstoemp met worsten konden beginnen.
Vrijdag startten we onze laatste serieuze rit door de 'outback'. We namen wel nog een afslagje van 15km offroad (net te doen zonder 4x4) om kraters van meteorieten te gaan bekijken. De mannen van NASA zijn hier in den tijd nog komen trainen voor hun landingen op de maan, dus dat wilt al wat zeggen he.
Na een vermoeiende week (hitte, vliegen, veel te vroeg opstaan, veel rijden,...) bereikten we Alice Springs. Tijd om zo weinig mogelijk te doen en zoveel mogelijk te chillen! 's Avonds maakten we kennis met een frans koppel en we gingen samen uit. Na 4 maand in 't engels was het wel aanpassen om terug frans te babbelen, maar na een paar pintjes ging dat redelijk vlotjes...
Zaterdag sliepen we eens lekker uit. In de namiddag hadden we wel wat werk met het maken van onze valiezen en het reorganiseren van de bus. 's Avonds gingen we kebap eten voor den Tom zijne verjaardg, gevolgd door een uitstapje naar het casino. We speelden op de roulette en konden onze pot van 50 dollar verdubbelen.
Tom werd zondag 24, HIP HIP HOERA!!!! We hebben zijn verjaardag stiekem al 2 dagen eerder gevierd, want zondag was (spijtig genoeg) een dag van afscheid. Na een dikke 5 weken samen reizen scheidden onze wegen. Kim en Tom trekken weldra naar het noorden en wij namen het vliegtuig naar Brisbane. Het was gewoon geweldig en bedankt voor alles...

zondag, maart 11, 2007

Foto's van South Australia

Kim bij de kapper

Granite Island

Fietsen tussen de wijngaarden

groepsfoto

road train bij het binnen rijden van de woestijn
Ma 5 tot Zo 11 maart: South Australia

De week begon met een serieuze rit. Als we nog genoeg tijd wouden hebben om Adelaide te verkennen en tegen 18 maart Alice Springs te bereiken moesten we eens een dagje uit trekken om te rijden. We reden onze 4de staat (South Australia) binnen en de rest van de dag cruisden we langs de Coastal Highway in de richting van Adelaide. De volgende dag kwamen we tegen de middag aan in de Fleurieu Peninsula, zo`n 50km van Adelaide. Oorspronkelijk was ons plan de ferry te nemen naar Kangaroo Island (het tweede grootste eiland van Australie en gekend om zijn rijke fauna en flora). Dit was ons plan, totdat we de prijzen onder ogen kregen en het werd snel afgevoerd. De rest van de dag bezochten we Victor Harbor met zijn granieteilandje. Na anderhalf uur stappen ontdekte ik (Jelle) dat ik de sleutels niet meer had. Eens bij het busje aangekomen bleken ze gewoon nog aan de buitenkant van ons busje te hangen :-) dus hadden we wel even geluk. We pick nickten nog aan de Murray river (de langste rivier van Australie en de belangrijkste irrigatiebron in deze droogste staat van Australie). `s Avonds reden we door naar Yankanilla, waar we op een paardenrenbaan sliepen. Hier hadden we genoeg plek om onze boomerang eens te testen.
Woensdag 7 maart, een belangrijke dag voor ons Kimmeke! Ze werd namelijk 23 jaar en dat moest uiteraard gevierd worden. En wat kan er nu typen aan een dagje wijn proeven in de talrijke wijnboerderijen die deze streek rijk is. We huurden een mountainbike en reden van cellar door tot cellar door (veel gefietst hebben we uiteindelijk wel niet :-). Tegen 5u reden we door naar een camping aan de kust van Adelaide. Op deze prachtige camping nestelden we ons voor de volgende drie dagen. Donderdag verkenden we deze mooie stad met veel groen, studenten en veel sfeer. We kwamen ook te weten dat er verschillende festivalletjes zouden zijn de volgende dagen, dus dat zagen we volledig zitten! We gingen op tijd terug naar de camping om ons eerst nog eens af te koelen in zee (waar een dag eerder een witte haai van 3,5m gezien was, maar gelukkig wisten we dat op die moment nog niet). `s Avonds pakten we de bus naar het centrum en zetten we en stapje op het gratis Fringe festival. Er was veel volk en de muziek was heel goed... De volgende morgen hadden er wel een paar last van nen `zonneslag` en de rest van de dag brachten we al chillend door . We gingen eens minigolven en maakten nadien ook de nodige voorbereidingen voor de lange tocht door de woestijn richting Alice Springs.
Zaterdag vertrokken we tegen de middag richting Port Agusta zo`n 300km verder en het begin van de Stuart Highway richting Darwin. Het was een verschrikkelijk hete dag en door stomme spelletjes werd beslist wie achteraan in het busje moest zitten (Jakke en ik verloren). Achteraan is het echt een echte bakoven. Er is namelijk geen raampje en ook geen airco. Tegen de avond bereikten we de Stuart Highway en we reden al zo`n 100km de outback in vooraleer ons op een restarea te installeren. Vandaag stonden we heel vroeg op om de hitte van de middag wat te ontwijken en we reden in 1 ruk door naar Coober Pedy. Onderweg zagen we heel wat road trains ons niet zo snelle busje passeren en zagen ook heel wat indrukwekkende arenden die zich tegoed deden aan roadkills, vooral wallabies en kangoeroes. Tegen de middag kwamen we aan in dit bekende mijnstadje. Hier wonen zo`n 3500 mensen waarvan nog 500 actieve mijners. Hier wordt vooral opaal gedelfd en dat heeft het landschap geweten. Er zijn meer dan 1,8 miljoen mijnschachten en vroeger verdween er regelmatig weleens iemand dertig meter onder de grond, waarna er nooit meer iets van gehoord werd. Veilig om hier rond te wandelen is het dus niet. We bezochten in de namiddag nog een werkende mijn en kregen een kleine rondleiding, achteraf mochten we tussen het gruis zelf op zoek naar een fortuin. Alleen was het veel te warm en er waren honderden vliegen die het ons kwamen lastig maken.

maandag, maart 05, 2007

MAANDAG 26 FEBRUARI t.e.m. ZONDAG 4 MAART: MELBOURNE EN DE GREAT OCEAN ROAD
Maandag en dinsdag brachten we door in Melbourne. Deze multiculturele stad is heel mooi en aangenaam. Het is er proper en je ziet er veel groen. We bezochten er onder andere het Olympisch Stadion en de imposante arena's van den tennis, criquet en rugby.
Dinsdagavond dachten we er een stevig stapje te zetten. Dat werd echter gene vette. Ofwel was er niets te doen, ofwel vonden we niets, maar we belandden toch in enkele gezellige pubs.
De rest van de week kroesden we over de Great Ocean Road (haar naam spreekt voor zich). Veel mensen huren een cabrio voor dit traject (dat waarschijnlijk een van de mooiste ter wereld is), maar da's natuurlijk niks tegenover ons buske. Elke dag maakten we er natuurwandelingen en elke dag opnieuw waren we onder de indruk van de prachtige fauna en flora.
Vrijdag bezochten we Otway Light Station, de oudste vuurtoren van Australie. We leerden er veel bij over het leven van de lighthouse keepers en ontdekten hoe belangrijk deze vuurtoren was in de geschiedenis. De Bass Strait (tussen het vaste land en Tasmanie) was zeer gevaarlijk om te bevaren en er zijn dan ook heel wat schapen vergaan. Voor de kust van de staat Victoria liggen zo'n 700 scheepswrakken. Je kan je wel voorstellen hoe opgelucht de engelse immigranten waren wanneer, na 80 tot 110 dagen op zee te verblijven zonder enig land te zien, het vaste land verschijnt. Het is echt wel een domper op de feestvreugde wanneer je schip op die laatste momenten op de klippen gaat en begint te zinken. Sinds de ingebruikname van vuurtorens zijn er bijna geen schepen meer vergaan.
Zaterdag kwamen we in de namiddag aan in Warrnambool. We installeerden ons op een camping aan het strand en speelden er een actief spelletje frisbee.
Zondag toverde de Jelle een heerlijk ontbijt op tafel: pannenkoeken! Daarna reden we verder naar Mount Gambier (en omgeving). Vroeger was het een groot vulkanisch gebied en vandaag kan je er verschillende kraters en kratermeren bezoeken.

Melbourne en Great Ocean road